Fien kwam in de week voor de voorjaarsvakantie thuis met een flyer van Museum TwentseWelle. Aandachtig bekeek ze de tekening op de voorkant. De luchtballon-achtige tekeningen vond ze de mooiste. Toen ze ook klaar was met 'het lezen' van de voorkant gooide ze de flyer op de keukentafel. 'Hier mam, deze is voor jou!' Wat ze niet wist was dat we op zaterdag naar de TwentseWelle toe zouden gaan. Namens Kidsproof mochten we een kijkje nemen bij de nieuwe tentoonstelling 'de droom van het vliegen'.
De flyer bleef tot zaterdag op tafel liggen. Inmiddels had ik de meiden verteld van ons tripje naar het museum. Omdat er nog eerst weekendboodschappen moesten worden gehaald, werden de dames een beetje ongeduldig. Ik pakte de flyer en las een stukje van de achterkant voor aan Fien. Op de achterkant lazen we dat er een prijs te winnen was voor de mooiste tekening over vliegen. Die wedstrijd sprak Fien gelijk aan. Tekenen kan ik heel goed hè mama? Zeer zelfverzekerd liet ze me na een kwartiertje haar tekening zien. Als aanvulling werden er een aantal stickers van de flyer bij geplakt. Toen Jet het resultaat zag, pakte ze ook een tekening uit haar postvak (daar liggen alle gemaakte tekeningen van de week opgeslagen) en versierde haar vel met stickers. Ze waren er klaar voor!
We reden naar Enschede en om de tijd te doden stelde Niek voor een spelletje te doen; 'hoeveel gele auto's zie je onderweg'. Voordat we überhaupt begonnen waren haakte Fien al af. 'Gele auto's zie je nooit hoor!' Jet had er wat meer vertrouwen in en telde toch nog 3 gele auto's. We parkeerden onze auto op een grote parkeerplaats tegenover de TwentseWelle. Dat onze meiden echte dorpsgrietjes zijn bleek wel. Fien zag de hoogte van de gebouwen en de balkons bij iedere etage: 'Hey, dat is gemakkelijk voor de Pieten. Daar kunnen ze zo omhoog klimmen om door de schoorsteen te gaan!'
Het was al gezellig druk bij de TwentseWelle. Buiten stond een zweefvliegtuig waar al een aantal mensen geïnteresseerd omheen stonden. We stapten de hal binnen en Niek en de meiden hingen hun jassen op. Bij de balie kreeg ik kort uitleg over het museum en daarna konden we op pad. Het eerste stukje boeide de meiden nog niet zo. Niek en mij daarentegen wel. Bijzonder om al die 'vliegmachines' te zien. Op de filmpjes die her en der op de schermen vertoond werden kregen we informatie over de werking van de 'vliegmachines'. Het grote bewegende scherm met vogels trok wel de belangstelling van de meiden. Ze vlogen een stukje mee met de vogels, terwijl Niek de maquette van het museum bestudeerde.
We gingen het trappetje af, het echte museum in. Onderaan de trap stond een vluchtsimulator. Een vriendelijke man vroeg ons of we ook in de simulator wilden plaatsnemen. Hij zou onze naam dan noteren op het lijstje. Fien en Jet vonden het allemaal een beetje spannend en onze namen kwamen dus niet op het lijstje van de meneer. We liepen verder en kwamen bij de etage met dieren. De combinatie van een prachtig gebouw met daarin de gigantische botten van een mammoet maakten dat ons hele gezin aangenaam verrast werd. We bekeken de gigantische mammoet van alle kanten en daarna volgde de wolharige neushoorn. Jet vroeg zich af of de neushoorn ons ook kon zien, want hij zag er bijna eng echt uit. Ook een skelet met een enorm groot gewei werd aandachtig bekeken door onze meiden.
Iets verder zagen we de katoenplanten ('Hey, die staat ook in de vaas voor ons raam mama!') en weefgetouwen en liepen we door de woonkamer van onze overgroot opa en oma. De bedstee en het kampvuurtje in het midden van het huisje waren voor onze meiden interessante bezienswaardigheden.
Iets verderop in het museum kwamen we bij de nieuwe tentoonstelling 'De droom van het vliegen'. Aan het plafond was een supergroot vliegtuig gehangen. Fien zag 'm als eerste en rende er op af. Jet was nieuwsgierig naar de trap aan de rechterkant. We liepen de trap af en kwamen in een soort van filmzaatje waar we net een vliegtuig zagen opstijgen op de witte muur. Terug in de grote zaal werden de kleine (en grote) insecten en vlinders aandachtig bekeken. Vooral Jet was onder de indruk van de vlinders zo groot als haar hand.
Het duurde niet lang of de dames kregen de 'fabriek van de Twentsewelle' in het vizier. Een soort van magazijn met lijm, scharen, potloden, stiften, gekleurd papier, stokjes, ballonnen, touw, doosjes en bakjes stond in het midden van de ruimte. Er omheen een groot aantal tafels waarop instructiekaarten lagen. Er viel vanalles te bouwen, weven, vlechten en knutselen. Maar het was ook de plek om schimmels te kweken, echte spinnen te bekijken (van heel dichtbij), armbanden te maken of schepnetten te bouwen. Kortom, dé plek om zelf aan de slag te gaan.
Fien en Jet gingen eerst bij de microscopen zitten. Enthousiast van het zien van een hele dikke spin van zo dichtbij werden ze niet. Ze wilden liever knutselen. Snel scande ik de opdrachten die duidelijk bij de tafels opgehangen waren (leeftijd en werktijd werden omschreven) en ik stuurde ze richting de opdrachten die voor ze geschikt waren. Ze zochten samen een opdracht uit: 'maak je eigen zeppelin'.
Samen liepen we naar de medewerkers bij het 'magazijn'. In een soort gereedschapsbak kregen we een werkinstructie en alle benodigdheden mee. Wat gaaf om zelf je kleuren papier te kiezen, een ballon naar keue uit te pakken en helemaal niet voorzichtig te hoeven zijn met lijm (dat moet op school en bij ons thuis altijd wel, aldus Fien). Na een korte blik op de voorbeelden op de werkbeschrijving gingen de meiden aan de slag.
Er werd als eerste een mandje geknutseld. Heerlijk om te zien hoe geconcentreerd de meiden aan de slag gingen. Fien begon aan een muizentrapje terwijl Jet aan het knippen ging. Haar mond volgde de beweging van de schaar bij iedere knip die ze deed (open en dicht). Bij het bevestigen van het mandje aan de ballon hadden ze onze hulp nodig, maar de rest deden ze helemaal zelf. Vol trots met in hun hand de eigen gemaakte zeppelin verlieten we na een tijdje de knutselfabriek.
Bij de ingang/uitgang was ondertussen een demonstratie 'dronevliegen' bezig. Veilig achter een net keken we toe. De grote kinderen wachtten geduldig op hun beurt en vlogen met de drone. Een lastige opgave bleek even later: één van de jonge vliegers liet de drone crashen en een andere vliegenier liet de drone landen op één van de balken in de ruimte, op z'n kop wel te verstaan. De instructeur had er een zware kluif aan deze drone weer op z'n pootjes te krijgen. Hoe het af ging lopen, kon ik niet meemaken. Fien en Jet waren ondertussen naar de balie gelopen met hun thuisgemaakte kunstwerk. De tekening werd ingeleverd bij één van de medewerkers. De te winnen prijs (een familiekaart voor het museum) zouden we heel graag willen winnen.
Na ons bezoek was de conclusie namelijk wel duidelijk: de TwentseWelle is een superleuk museum! De kijkactiviteiten worden goed afgewisseld met de doeactiviteiten en spreekt daarom jong en oud aan.
Wij komen zeker terug!
Groetjes Elke
Tip: verveling? Onze Uitagenda staat boordevol leuke activiteiten voor tijdens de voorjaarsvakantie!