Zet de wasbol met de onderkant op het karton en trek met het potlood een lijn om de opening. Teken om deze cirkel een tweede cirkel op ongeveer een halve centimeter afstand. Knip de cirkel langs de tweede rand uit. Knip vanaf de buitenkant, rondom, steeds om de centimeter in tot aan de eerste cirkel. Vouw het randje om. Deze cirkel is de onderkant van de sneeuwbol.

Teken of print een plaatje van iets winters, bijvoorbeeld een kerstboom of een sneeuwpop. Teken aan de onderkant van de afbeelding een vouwrandje. Knip het plaatje met vouwrandje uit. Vouw het randje om, smeer het in met lijm en plak het op het rondje karton (onderkant sneeuwbol). Je kunt meerdere plaatjes maken en op het karton plakken.

Knip een stukje watten of een wattenschijfje in hele kleine stukjes. Stop die stukjes in het wasbolletje. Smeer de onderkant van het wasbolletje in met lijm en druk het bolletje op de kartonnen ondergrond. Doe dit voorzichtig, zodat je plaatjes niet beschadigen. Als je nu met het wasbolletje schudt, heb je je eigen sneeuwbol!