Wat heb je nodig?
Kartonnen kaartjes, stiften, vellen papier en een zandloper.

Voorbereiding
Maak kaartjes en schrijf op ieder kaartje een woord. De woorden die op de kaartjes staan, gaan in het spel getekend worden. Zorg er daarom voor dat de woorden niet te moeilijk zijn om te tekenen. Denk aan woorden als auto, boom etc. Laat de moeilijkheidsgraad afhangen van de leeftijd van de kinderen.

Hoe speel je het spel?
Een kind pakt een kaartje en leest (niet hardop) het woord dat erop staat. Je draait de zandloper om en het kind gaat met stiften en papier een tekening maken van dit woord. Lukt het de andere kinderen binnen de tijd van de zandloper te raden om welk woord het gaat? 

Wil je een wedstrijdelement in dit spel brengen? Verdeel de kinderen dan in teams. Een kind probeert een woord dan binnen de tijd van de zandloper aan de leden van zijn/haar team duidelijk te maken. Lukt dit? Dan krijgt dit team een punt.