Wat heb je nodig?
Bladerdeeg, basterdsuiker, kaneel, appels, water, poedersuiker en citroensap.

Hoe maak je de appelroosjes?
Rol van het bladerdeeg een grote plak en bestrooi deze ruimschoots met kaneel en basterdsuiker. Snijd de appel in vier partjes en verwijder het klokhuis. Snijd nu de appel in dunne plakjes (schil mag erop blijven). Leg deze plakjes 2 á 3 minuten in kokend water met een beetje citroensap, zodat ze gemakkelijk opgerold kunnen worden zonder te breken.

Snijd nu het bladerdeeg in lange repen van ongeveer 2 cm breed en leg de appelschijfjes op de strook bladerdeeg. Rol de strook op en leg het roosje op een met bakpapier beklede bakplaat.

Wanneer alle rolletjes klaar zijn, bak je de appelrondjes in 20 minuten op 200 graden. Bestrooi daarna met poedersuiker en klaar zijn je appelroosjes. Feestelijk en lekker!