Mamablog. Dagje strand in de zomervakantie

6 juli 2015
In je eentje met twee kleine kinderen is een dagje strand nog best ingewikkeld! Lees hier de belevenissen van Marielle.
Sinds een aantal jaar ga ik met de kinderen in de zomervakantie naar Noordwijk. Mijn man werkt de hele schoolvakantie door en dan is het best lekker om er even uit te zijn. De kids en ik zitten in een heerlijk appartement, aan het strand met uitzicht op zee. Wakker worden en de zee zien; mij kun je niet gelukkiger maken.
 
 En dus zitten we dagen aan het strand. Maar in je eentje met twee kleine kindjes is dat best nog ingewikkeld. Het begint ‘s morgens al met alles bij elkaar zoeken dat mee moet. Een hele berg met spullen slepen we mee naar beneden. Handdoeken, schepjes, emmers, pakjes drinken, boterhammen, reserve badkleding, zwembandjes, zonnehoedjes, zonnenbrand, een boekje (alsof ik ooit aan lezen toe zou komen) en allerlei speeltjes die op het laatste moment toch echt mee moeten. We lopen, terwijl het langzaam opwarmt, het schelpenpad af naar beneden.
 
Halverwege het pad verliest Eva haar slipper en komt met haar voeten in de schelpen terecht. ‘Mama!!! Dit pad doet pijn, ik wil door het zand lopen!’. Dus verplaatsen we een paar meter naar rechts om door het zand naar beneden te komen.  ‘Mama!!! Het zand is heet aan mijn voeten!’ -‘Doe dan je slippers aan, Norbert’ ‘Nee, dan komt er zand in mijn schoenen en tussen mijn tenen’ -‘Maar je hebt slippers aan’ ‘Ja, maar het voelt raar’ -‘We zijn er bijna, loop maar snel door’ ‘Kun je mijn slippers even vasthouden?’ -‘Tuurlijk’, ik heb alleen nog maar die drie tassen met spullen aan mijn armen en de handdoeken om mijn nek. Gaat best hoor, het is pas 23 graden. Ok, we zijn beneden. Nu ‘even’ een plekje zoeken. Want ook daar moet je goed over nadenken als je alleen bent met twee kindjes. Niet te ver van de zee anders ren je kilometers tussen de zee en je handdoeken, maar ook niet te ver van de strandtent die op dit stuk strand staat, want daar kunnen we gaan plassen (en dat is nogal eens nodig). Ik probeer het rustig en strategisch te bekijken maar nog voor ik alle spullen in het zand kan laten zakken rent Norbert al richting de zee. Zonder zwembandjes, met zijn kleding nog over zijn zwembroek, heel hard (en zonder slippers). Dat wordt rennen. Ik laat Eva bij de spullen staan en trek een spurt achter Norbert aan richting de zee. Nog net voor hij zich voorover in de zee wil laten vallen kan ik hem bij zijn kraag grijpen. De dag is net begonnen en ik heb het nu al bloedheet.
 
Terug naar onze plek waar Eva inmiddels een kuil gemaakt heeft. Het zand dat ze heeft opgegraven heeft ze naar achter gegooid. Daar stonden de tassen. Met de zonnenbrand, boterhammen, pakjes drinken, reserve badkleding en handdoeken. We zijn net op het strand en alles zit al onder het zand. Best lastig. Insmeren dan maar. Want ook al hebben Eva en Norbert een donkere huid, ze moeten echt worden ingesmeerd. ‘Mama, mag ik ….’ PFFFTTTTT… ‘het zelf doen??’ Een enorme klodder zonnenbrandcreme wordt uit het flesje gelanceerd, en eindigt op mijn shirt. Norbert kijkt er naar en strekt zijn handje uit naar mijn t-shirt. Ik kan nog net voorkomen dat hij de vette smurrie over mijn hele outfit uitsmeert.  Als iedereen is ingesmeerd gaan we even bij de zee kijken. Eva is voorzichtig en vindt het best wel koud; Norbert wordt bij de tweede golf die de kust opkomt omver gegooid en vindt het zo leuk dat hij de zee niet meer uit wil. Maar ik wil nu wel even rustig zitten. Ik heb het heet, plak van de zonnenbrand en wil graag mijn voeten kunnen zien, maar dat gaat niet in deze zee. De kans dat ik vandaag op het strand kan zitten en rustig over de vloedlijn kan staren is net zo groot als dat Gaston van de Postcodeloterij nu het strand op komt lopen en in mijn oor tettert: “GOOOOOEEEEEDEMIDDAG!!!, U HEEFT EEN GROTE PRIJS GEWONNEN!” Een ijsje eten dan maar. Inmiddels is het bijna 30 graden dus sloffen we naar de strandtent en kiezen de kinderen een ijsje. Eva wil het zelf openmaken en dat gaat mis. PLOF! IJsje in het zand, Eva in tranen. Ik spoel het ijsje af en heel even zitten we rustig te genieten van deze verkoeling. Dan weer terug naar ons plekje waar het heen en weer lopen van en naar de zee weer begint. 
 
De rest van de middag eten we boterhammen met pindakaas en zand, drinken we lauwe pakjes appelsap en maken we een reuze olifantendrol van zand in vloedlijn. Ik word gedurende de dag regelmatig aangesproken door mensen die zich afvragen waar Eva en Norbert vandaan komen en of ik wel ‘echt’ hun moeder ben. Ik beantwoord vriendelijk alle vragen want ik snap ook wel dat het een bijzonder gezicht is; een blonde mama met twee vrolijk spelende donkere kindjes. Grappig dat we nog steeds zo opvallen met z’n drietjes. We genieten en ondanks dat er geen moment van rust is ben ik wel relaxt. 
 
Aan het einde van de dag sloffen we met alle spullen (behalve de boterhammen, pakjes drinken en ongetwijfeld een begraven speeltje) weer naar boven. We eten een gebakken visje, de kindjes gaan in bad en na zo’n dag in de zon zijn ze rozig en vallen ze snel in slaap.  Ik installeer mezelf op het balkon met een grote kop thee en dan toch maar dat boekje. Maar het uitzicht leidt af. De zee, de zonsondergang, het ruisen van de golven, wat een rust. Ik kan rustig over de vloedlijn kijken. De olifantendrol wordt langzaam door de zee weggespoeld. Morgen weer de avontuurlijke tocht naar beneden ondernemen en een nieuwe creatie in het zand bedenken. Maar nu nog even niet…..  
 
Fijne vakantie!