Wat heb je nodig?
Wit, groen, bruin en rood papier. Watten. Een schaar en lijm.
Hoe maak je de paddenstoel?
Neem een langwerpige strook wit papier. Rol deze op en plak de uiteinden aan elkaar vast. Knip van groen papier een smalle strook met kartels (grassprieten) en plak deze rondom de witte rol. De deksel van de paddenstoel maak je door eerst een cirkel te knippen uit rood papier. Vervolgens knip je deze cirkel in van de rand tot aan het midden. Schuif de uiteinden tot slot over elkaar en plak deze aan elkaar vast, zodat er een 'dakje' ontstaat. Met propjes wit papier (of watten) plak je stippen op het rode papier. Plak uiteindelijk het hoedje van de paddenstoel op de stam.
Hoe maak je de kabouter?
Voor het jasje van de kabouter neem je een langwerpige strook stevig, rood papier. Vouw dit zo, dat het een langwerpig vierkant wordt. Plak de uiteinden aan elkaar vast. Voor de armen en benen maak je vier 'muizentrappetjes'. Deze maak je door twee smalle stroken papier met de uiteinden haaks op elkaar te plakken en deze dan om en om over elkaar heen te vouwen. In dit voorbeeld hebben we hier bruin en rood papier voor gebruikt, maar je kunt natuurlijk kleuren kiezen die je zelf mooi vindt. Deze armen en benen plak je op het jasje. Het hoofd is een propje papier waar je met watten een baard op plakt. Het hoedje maak je van een cirkel rood papier. Doe dit net als bij het dakje van de paddenstoel. Plak het hoofdje op het lijfje en klaar is je kabouter!
Veel knutselplezier!