Je hoeft de 218 treden van de smalle wenteltrap gelukkig niet in één keer te doen: onderweg laat de gids je allerlei bezienswaardigheden zien.

Klimmen in de toren
Na de eerste 60 treden loop je via een brug de eigenlijke toren in. Onder je ligt de doopkapel – je kijkt bovenop de gewelven. Dan begint de klim in de echte toren pas. Op de eerste verdieping zie je het grote luik waardoor vroeger de klokken naar boven werden getild. Op de tweede verdieping is een kleine tentoonstelling waar je kunt zien hoe de toren gebouwd en gerestaureerd is.

Uurwerk en speeltrommel
En klimmen maar weer… Via de wenteltrap in de oostelijke muur kom je op de derde verdieping. Hier staat het oude smeedijzeren uurwerk dat vroeger verbonden was met de wijzers op de toren. Dit uurwerk werd vroeger twee keer per dag opgewonden door een gemeentewerker die de gewichten omhoog moest trekken. Ook staat hier de speeltrommel van de beiaard die elk kwartier een ander liedje speelt. Luister eens: wat is toch dat gebons in de toren?

De klokken van de Sint-Jan
Op de vierde verdieping is de luidzolder waar de luidklokken hangen en de zware klokken van de beiaard. Weer een verdieping hoger, op de beiaardzolder, vind je de het beiaardiershuisje en de kleinere klokken. In totaal hangen er 69 klokken in de toren. De grootste is de Noteman: deze reus heeft een doorsnede van maar liefst 2.10 meter.

Uitzicht vanaf de Sint-Janstoren
Eenmaal op de zesde verdieping, 43 meter boven straatniveau, kun je naar buiten. Je staat nu vlak naast het gigantische uurwerk. De vergulde grote wijzer is maar liefst 1.75 meter lang. Hier word je beloond met een magnifiek uitzicht over de historische binnenstad – en bij helder weer zelfs nog veel verder!

Klik op de roze button voor de tickets!